Als dynamisch gezelschap met oog voor de wereld om ons heen is Silbersee voortdurend bezig met de vraag hoe we op een positieve en betekenisvolle manier diverse verhalen kunnen delen met een breed publiek. Om onze visie en werkwijze te verankeren, hebben we enkele jaren geleden een manifest opgesteld, bestaande uit acht kernpunten die richting geven aan onze manier van theatermaken. Deze werkwijze is allesbehalve statisch. Met elke productie ontdekken we nieuwe inzichten en kansen om onze koers te verfijnen. Recent besloten we het woord ‘klimaatpositief’ uit ons manifest te schrappen. Waar eerst stond: "Projecten worden klimaatpositief geproduceerd en gepresenteerd," staat nu: "We beperken onze uitstoot op milieu en natuur."
Maar wees gerust: dit betekent niet dat we onze ambitie om verantwoordelijkheid te nemen voor de aarde loslaten! Integendeel. In drie vragen licht manager duurzaamheid Stella van Himbergen toe hoe deze keuze juist een verdieping is van Silbersee’s inclusieve aanpak.
Waarom heeft Silbersee ervoor gekozen om deze aanpassing in het manifest door te voeren?
“In 2022 stelden we de ambitie om in 2027 een klimaatpositief productiehuis te zijn.Na een nulmeting in 2021 besloten we de CO2-uitstoot te beperken tot 30 ton per jaar en deze onder andere te compenseren via natuurherstel in een veengebied van Staatsbosbeheer. Geleidelijk ontdekten we dat de ambitie om klimaatpositief te zijn voor ons niet haalbaar is. ‘Klimaatpositief’ houdt namelijk in dat een organisatie meer broeikasgassen uit de atmosfeer verwijdert dan ze uitstoot, en daar kunnen wij niet aan voldoen. Daarnaast stuitten we de afgelopen jaren op een paradox in ons manifest. We willen onze uitstoot beperken en tegelijkertijd ruimte bieden aan de stem in al haar vormen en geluiden van over de hele wereld, wat vliegen soms noodzakelijk maakt. Niet meer vliegen zou deze diversiteit beperken.
Om de balans binnen het manifest te behouden, hebben we de tekst aangescherpt. In plaats volledig klimaatpositief te worden, richten we ons op het minimaliseren van uitstoot en het compenseren van onvermijdelijke emissies. Inclusie, diversiteit en circulariteit blijven kernwaarden, maar we stellen ons realistischer en transparanter op, zodat onze doelen haalbaar blijven. We evalueren om te verbeteren, blijven in gesprek met mensen in en buiten onze cirkel, en brengen via onze kanalen naar buiten hoe we werken.”
Wat betekent dit in de praktijk voor de manier waarop wij voorstellingen maken?
“Het betekent voor onze ambitie niet heel veel, behalve dat er nu een betere balans is tussen de verschillende pijlers in het manifest. Wel is het zo dat door de ambitie van begin af aan hoog in te zetten op klimaatpositief, het ons is gelukt om radicale keuzes te maken in duurzaamheid. Zo boekten we snel resultaat door geen nieuwe materialen te gebruiken en een circulaire ontwerpaanpak toe te passen op kostuums en decor. Hierdoor hebben we een lagere milieu-impact van grondstoffen gerealiseerd en dragen we bij om grondstoffen in de kringloop te houden. Ook hebben we de CO2-uitstoot van het vervoer van spelers en goederen aanzienlijk verminderd. Aankomend seizoen gaan we voor kleine zaal producties merendeels elektrisch rijden en voor grote zaal producties op de hernieuwbare brandstof HVO. Ik zeg merendeels, want het hangt samen met het aanbod van en ontwikkelingen in de markt.”
Tegelijkertijd is er ruimte om makers naar Nederland te halen die verhalen vertellen die wij essentieel vinden. Voor de meeste reguliere producties vliegen we niet en we vermijden vluchten tot 700 kilometer. Maximaal één keer per jaar brengen we een productie met focus op landen of culturen waarmee Nederland een (koloniale) geschiedenis heeft. In dat geval is vliegen toegestaan binnen een CO2-grens, bijvoorbeeld voor onderzoek of wanneer unieke artiesten niet in Nederland beschikbaar zijn.Bij buitenlandse tournees onderzoeken we hoe de productie deels lokaal kan worden uitgevoerd. Alle uitstoot van vliegen wordt gecompenseerd, bovenop de 30 ton CO2 die wij compenseren voor het productieproces. De kosten voor compensatie worden opgenomen in de projectbegroting of doorberekend aan internationale partners.”
Wat betekent dit voor hoe wij de rol van culturele instellingen zien in het aanpakken van klimaatvraagstukken?
“Wij geloven dat culturele instellingen de verantwoordelijkheid hebben om duurzame keuzes te maken, niet alleen als voorbeeld, maar ook als actieve speler in een toekomstgerichte samenleving. Voor ons betekent duurzaamheid meer dan alleen milieuduurzaamheid; het gaat ook om sociale, menselijke en economische duurzaamheid. Slim en circulair werken is daar een voorbeeld van. Een van onze kostuumontwerpers werkte voor een productie samen met kringloopwinkels, terwijl een andere maker met bewoners een field recording maakte en zwerfafval verwerkte tot een installatie. Daarnaast bevorderen we diversiteit op het podium en werken we samen met makers en performers van verschillende leeftijden, achtergronden en ervaringen, zoals het begeleiden van ouderen zonder podiumervaring om als volwaardige partners naast professionals te staan.
Wat betreft onze eigen rol zien we die verder dan het podium. Door voortdurend na te denken over hoe we duurzamer kunnen werken en onze waarden te verweven in de manier waarop we opereren, willen we laten zien dat de culturele sector niet alleen kan aanzetten tot verandering, maar ook kan laten zien hoe duurzame verandering in de praktijk vorm kan krijgen.”
Tekst: Isabel Sheridan