Soms is een voorstelling zo bijzonder, dat er van over de hele wereld aanvragen komen.. Zo ook bij Songs for a Passerby, dat aanvragen kreeg van festivals uit Polen, Italië en zelfs ver daarbuiten. Voor kunstenaars is het een droom om hun werk wereldwijd te delen, maar als duurzaam productiehuis streeft Silbersee tegelijkertijd naar een minimale ecologische voetafdruk. Die twee doelen botsen soms. Hoe combineer je internationale ambities met duurzame idealen? In dit artikel deelt Silbersee hoe zij de internationale tour van VR-opera Songs for a Passerby duurzamer maakte, en wat dit betekende voor de balans tussen artistieke autonomie en duurzaamheid.

Songs for a Passerby, gemaakt door regisseur Celine Daemen (Studio Nergens) in co-productie met Silbersee, is een VR-opera die het publiek meevoert naar een melancholisch droomlandschap. Met een VR-bril reizen toeschouwers door scènes waarin ze worden geconfronteerd met een stervend paard, een fluisterend koor en de hoorbare gedachten van metroreizigers. Na het grote succes op het 80e Filmfestival van Venetië trok de voorstelling wereldwijd aandacht, maar riep ook een belangrijke vraag op: hoe deel je je werk internationaal zonder een zware ecologische voetafdruk achter te laten?

Van lokaal succes naar internationale ambities
De voorstelling begon als een rondreizende kunstinstallatie, waarbij twee sets gelijktijdig werden gepresenteerd. Het team reisde met een bus vol apparatuur en decorstukken. Toen er een uitnodiging voor het prestigieuze South by Southwest (SXSW) in Texas binnenkwam, ontstond er al snel een probleem: de installatie moest in twee koffers en een groot pallet met een totaalgewicht van 550 kg worden verscheept. Bovendien moesten er twee medewerkers heen en weer vliegen om alles in goede banen te leiden. Dit was niet bepaald een efficiënte operatie wat betreft milieu-impact, manuren en kosten. Het was duidelijk dat er een oplossing nodig was om dit in de toekomst anders te kunnen doen.

Lichter, duurzamer, efficiënter
“We begonnen met onderzoeken welke onderdelen van de voorstelling een festival zelf zou kunnen regelen, zodat wij minder hoefden mee te nemen,” vertelt Nicky Groot, producent van de voorstelling. Veel materiaal bleek lokaal te huren, dat scheelde een heleboel in transport. Maar er is ook techniek noodzakelijk die niet zomaar te huur is zoals de aangepaste VR-headsets en speciale Kinect-camera’s. De techniek die op reis moest, is beperkt tot één koffer per installatie.

De tapijten, ontworpen door Carlijn Veurink van gerecyclede ziekenhuislakens, zorgen voor een grotere uitdaging. Het tapijt is niet alleen functioneel voor de VR-ervaring, maar ook visueel bepalend voor de voorstelling. “Het tapijt is ons trademark; het maakt Songs for a Passerby direct herkenbaar,” legt Groot uit. “Bij veel VR-voorstellingen staat er vaak alleen een stoel of een banner, maar bij ons begint de ervaring al bij het betreden van de ruimte.”

Foto: Florian Braakman

Omdat het niet duurzaam was om de tapijten steeds opnieuw te laten maken of in te vliegen, koos het team uiteindelijk voor een lokaal geproduceerde sticker. Deze had dezelfde afmetingen en een 3D-effect, waardoor de esthetische ervaring behouden bleef. “Van een afstand lijkt het een golvende print,” vertelt Groot. De keuze voor de sticker bracht niet alleen een aanzienlijke besparing in gewicht en ruimte, maar verminderde ook de CO₂-uitstoot significant. Het resultaat? De productie ging van 550 kilo naar een koffertje van slechts 23 kilo, dat als ruimbagage door de technicus kon worden meegenomen.

Balans tussen ambitie en impact
De internationale tour van Songs for a Passerby dwong Silbersee de balans tussen duurzaamheid en artistieke ambities opnieuw te evalueren. Ons manifest streeft naar een minimale ecologische voetafdruk, maar we willen tegelijkertijd ook ruimte geven aan ongehoorde stemmen uit de rest van de wereld. Het spanningsveld tussen deze twee doelen vraagt om bewuste keuzes. We hebben besloten korte afstandsvluchten (tot 700 km) uit te sluiten, behalve in zeer uitzonderlijke gevallen zoals extreem weer, en we onderzoeken altijd de mogelijkheid om producties lokaal te realiseren. Alle uitstoot die we wel maken compenseren we door een bijdrage te leveren aan natuurherstel van een veengebied in eigendom van Staatsbosbeheer.

Deze aanpak maakt ons werk soms complexer, maar stelt ons in staat trouw te blijven aan zowel onze groene principes als onze artistieke missie. Het blijft een zoektocht en juist hierin ontdekken we nieuwe manieren om zowel duurzaam als ambitieus te blijven werken. Zo blijven we bouwen aan een toekomst waarin kunst, duurzaamheid en diversiteit hand in hand gaan.

Tekst: Isabel Sheridan
Foto's: Florian Braakman