Van theaterzalen en kerken tot de bossen van Vlieland, en zelfs zo nu en dan een koeienstal — het hele jaar door zijn onze getalenteerde performers overal te vinden. Achter de schermen werkt het kernteam van Silbersee onvermoeibaar mee om dit allemaal mogelijk te maken. We stellen je graag voor aan de mensen achter onze voorstellingen. Deze week: manager duurzaamheid Stella van Himbergen.
Kun je iets vertellen over je rol bij Silbersee?
Bij Silbersee begeleid en monitor ik het verduurzamingstraject. Ik coördineer de sociale en ecologische verduurzaming, zowel artistiek, voor de productie als voor de bedrijfsvoering. Dat doe ik niet alleen, het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Duurzaamheid is van ons allemaal, en iedereen voert dat door in zijn eigen functie. Silbersee’s werkwijze draait sterk om het creëren van verbindingen en het samenwerken met diverse groepen in de samenleving, ook met groepen die vaak geen podiumervaring hebben. Een goed voorbeeld is dat we eerder samenwerkten met senioren en nu onderzoeken we de samenwerking met ex-gedetineerden voor een voorstelling. Dit soort projecten vraagt om grondig onderzoek en dat is iets wat ik belangrijk vind. Zo proberen we te begrijpen met welke uitdagingen die groepen te maken hebben en hoe we hen een stem kunnen geven.
Wat vind je het leukste of meest uitdagende aan je werk?
Het meest uitdagende is om een balans te vinden tussen de idealen die we nastreven en de praktische uitvoering daarvan. Bijvoorbeeld, in 2022 stelden we de ambitie om in 2027 een klimaatpositief productiehuis te zijn. We stelden een manifest op en pasten onze werkwijze aan. We hebben een nulmeting laten uitvoeren van onze CO2-uitstoot en de circulariteit van grondstoffen. Dit betreft verschillende productcategorieën binnen een voorstelling, zoals decor, kostuums, technische apparatuur maar ook marketing. Ook het vervoer van mensen naar repetities en voorstellingen werd meegerekend. Na de nulmeting besloten we om de CO2-uitstoot te beperken tot 30 ton CO2 per jaar voor producties. Inzicht in de hoeveelheid CO2 die we uitstoten en hoe circulair we omgaan met materialen en grondstoffen is niet voldoende. Het gaat erom welke invloed we hebben om onze bedrijfsactiviteiten te verduurzamen, welke aanpassingen we kunnen maken en andere activiteiten moeten ontwikkelen om bijvoorbeeld hoge milieu-impact te verlagen.
Het is fijn om snelle winsten te zien, zoals het stoppen met het gebruik van nieuwe materialen voor producties en het integreren van circulaire ontwerpbenaderingen. Tegelijkertijd is het een lang proces dat vraagt om continue aanpassingen en innovaties, bijvoorbeeld het aanpassen van ons vliegbeleid door veel internationale belangstelling van een bepaalde voorstelling. Dit leidde tot een vernieuwde visie op internationaal reizen en het bijstellen van onze ambitie klimaatpositief.
Zijn er eigenlijk onverwachte taken in je functie waarvan mensen niet zouden verwachten dat jij daar verantwoordelijk voor bent?
Ja, zeker! Ik ben ook betrokken bij het zoeken naar geschikte buitenlocaties voor voorstellingen en ga hierover in gesprek met gemeenten en bedrijven. Verder werk ik samen met theatermakers, kostuum- en decorontwerpers en zorg ervoor dat zij de principes van ons manifest toepassen in hun werk. Dat betekent dat we ze niet alleen vragen om circulaire en duurzame ontwerpen te maken, maar ook om na te denken over inclusiviteit en de sociale kant van duurzaamheid. Wat ik bijzonder vind, is dat dit proces vaak leidt tot verrassende oplossingen, bijvoorbeeld een tribune met levende zitplaatsen, gemaakt van wilgentakken.
Wat is voor jou het meest waardevolle aspect van je werk bij Silbersee?
Het meest waardevolle is voor mij de inhoudelijke focus op sociale en ecologische duurzaamheid en het leggen van verbindingen met zowel collega's als de bredere gemeenschap. Het is ook belangrijk dat mijn werk een speelse kant heeft, waarbij we veel lachen en openstaan voor nieuwe ideeën en perspectieven.
Wat is volgens jou de meest belangrijke of interessante stap die Silbersee heeft gezet op het gebied van duurzaamheid sinds jij er werkt? Welke initiatieven of veranderingen vind je het meest inspirerend of impactvol?
De stap die ik het meest inspirerend vind, is het feit dat we de principes van ons manifest nu toepassen in de samenwerking met theatermakers, kostuum- en decorontwerpers. In het begin waren sommige collega's daar huiverig voor, maar ik zie het als een kans om een gesprek aan te gaan over wat duurzaamheid voor hen betekent. Het is inspirerend om te zien hoe makers nadenken over hun impact op mens, dier, klimaat en natuur. En hoe ze bijvoorbeeld een scenografie lokaal willen ontwikkelen met materialen uit de wijk, of hoe ze de natuur als inspiratiebron gebruiken voor hun ontwerpen. Dat leidt tot heel nieuwe ideeën en verrijkende gesprekken. Zo stelde ik na onze eerste virtual reality opera de vraag of een volgende editie toegankelijk gemaakt kon worden voor rolstoelgebruikers. De maker vond een oplossing. Bij de derde VR Opera komt de maker terug met de vraag hoe we deze toegankelijk kunnen maken voor slechtzienden en slechthorenden. Dat vind ik mooi en zoek ik een partner die expertise heeft met deze technologie en gebruikersgroep en de maker verder kan helpen. Hoe ver reikt toegankelijkheid? Ook voor hen met oogklachten met een neurologische aandoening? Dan is het fijn dat de kennispartner aangeeft dat je kunt spelen met tempo, aantal prikkels en hoe ver je je hoofd beweegt in de ruimte. Het persoonlijk en inclusief maken van de beleving is de sleutel.
Is er een lopend of aankomend project bij Silbersee dat jou in het bijzonder aanspreekt? Wat maakt dit project voor jou bijzonder of interessant?
Een voorbeeld dat ik verrassend vond, is het project waarin Thom Bindels een tribune met levende zitplaatsen voor een buitentheater ontwikkelde, gemaakt van wilgentakken. Het idee van levende materialen in de scenografie is zowel duurzaam als inspirerend. Tegelijkertijd roept het de vraag op over wie verantwoordelijk is voor het onderhoud van zulke innovaties. Dit brengt ons weer terug naar menselijke duurzaamheid en de vraag wie er in deze processen betrokken moet worden.
Tekst: Isabel Sheridan