Van speer tot smartphone: in de loop der eeuwen heeft de mens talrijke instrumenten ontwikkeld om de wereld naar zijn hand te zetten. Maar hebben wij werkelijk de macht over onze technologie, of houdt zij ons in haar greep?

Homo Instrumentalis brengt vier composities bijeen die onze verhouding tot technologie verkennen: Machinations van Georges Aperghis, La fabbrica illuminata van Luigi Nono en Ode to Man (part I and II) van Yannis Kyriakides. Er klinkt bewondering voor het menselijk vernuft, angst voor onze industriële machinerie, maar ook genoegen over het comfort dat de digitale wereld ons verschaft.

Op basis van deze composities laat Silbersee zang, dans, elektronica en videokunst samenvloeien. Homo Instrumentalis is een beeldende muziekvoorstelling over mens en machine.

regie en muzikale leiding Romain Bischoff | choreografie Johanne Saunier | video Frederik Jassogne, Bart Moens (Hangaar) | licht en decor Floriaan Ganzevoort (De Theatermachine) | kostuumontwerp Dieuweke van Reij | artistieke assistentie/dansrepetitor Juliette van Ingen | dramaturgisch advies Wout van Tongeren | technische leiding en productieleiding Jeroen Smith | productie Jimmy-Pierre de Graaf | geluid Maurits Thiel | decorbouw Quirijn Smits

een productie van Silbersee co-creatie met de Ruhrtriennale (DE), De Bijloke (Gent) en Muziekgebouw aan ‘t IJ (Amsterdam) | met ondersteuning van Fonds Podiumkunsten, Amsterdams Fonds voor de Kunst, Ammodo | met dank aan Ircam (Parijs) voor de ontwikkeling van de oorspronkelijke elektronica voor Machinations.

publiciteitsbeeld Anouk van Kalmthout

Toneel en muziek vormen een oog- en oorstrelend, ja zelfs zinnenprikkelend geheel.

Thea Derks | theaterkrant (***)

De razend moeilijke muziek wordt voortreffelijk vertolkt door de zangeressen van Silbersee, die bovendien met verve dansen en acteren.

(...)

Het tweede hoofdstuk, 'Industrial man', suggereert een fabrieksopstand, vol schitterende scènebeelden en lichaamssculpturen, waarbij de activistische teksten van Nono's spetterende elektronische collage op grote projectieschermen verschijnen. Het eindigt met een troostrijke, wonderschoon gezongen solo van Éléonore Lemaire.

(...)

Aperghis'Machinationsis een eindeloze melodie van vocale puf-, sis- en ritselgeluiden, maar tegelijkertijd ook een aaneenschakeling van absurdistische sketches met een filosofische ondertoon. Bischoff heeft zijn zangeressen en dansers hier samengesmeed tot een adembenemende, organisch opererende commando-eenheid.

Joep Stapel | NRC

Ode to Man (deel 1 en 2), een uitstekend nieuw werk van Yannis Kyriakides, omlijst composities van Luigi Nono en Georges Aperghis. In deel 1 voert Kyriakides vier zangeressen op in transparante maar kuis gesloten toga's. Hun stemmen benadrukken hun individuele persoonlijkheden en zingen een tekst (uit Sophocles' Antigone) waarvan de frases eindigen in schroeiende dissonanten. Uiteindelijk vallen de woorden uit elkaar. In deel 2 ontbreekt de mens, de stem en de zang. Wat blijft, is een pijnlijk hard licht.

Biëlla Luttmer | de Volkskrant (***)

How do they do it? How have these performers memorised 90 minutes of such extraordinary complexity, how have they metabolised it into this one flawless, organic whole? Silbersee's performance seems beyond human, and perhaps that is part of the point.

There are a number of things the evening is not. It is not emotional, it is not poignant, it is not pleasant or melodious. But it does dazzle and provoke, it is philosophical and breathtakingly virtuosic, and it truly does push the boundaries of the genre.

(...) Homo Instrumentalis is not for the faint-hearted, but it is a phenomenal achievement.

Shirley Apthorp | Financial Times (****)