Op weg naar 2027

Silbersee heeft zichzelf een doel gesteld. Uiterlijk in 2027 worden wij een klimaatpositief productiehuis dat alle negatieve effecten op milieu en grondstoffen weert. Om daar te komen, moeten we zowel op productioneel vlak als in de bedrijfsvoering in transitie. Ook inclusie, diversiteit en circulariteit vallen onder onze duurzame ambities. Hiermee willen we een kunstinstelling zijn die niet alleen een positieve impact nastreeft op de samenleving maar ook op de aarde, waarop we te gast zijn. Om die duurzame toekomst te garanderen, schreven we met het team een Manifest met acht grondbeginselen die ons de komende jaren mede moeten ondersteunen. Daarnaast zullen we de producties die we maken de komende tijd op verschillende vlakken onder de loep nemen en volgen we diverse betrokkenen tijdens hun zoektocht naar het verduurzamen van processen. Op deze pagina volg je onze reis richting 2027 in woord en beeld.

Klimaatpositief in 2027: lessen uit Stille Nacht am Silbersee

Sociale duurzaamheid

Op het eerste gezicht lijkt de voorstelling Stille Nacht am Silbersee, mi sa membre yu inhoudelijk niet over duurzaamheid te gaan. De alternatieve nachtmis, waarvoor Silbersee dit jaar Bodil de la Parra uitnodigde, beschrijft sporen van het koloniale verleden. In een muzikale monoloog leest De la Parra een brief van Emma Lesuis aan haar Surinaamse opa, die via de Koninklijke Nederlandse Marine naar Nederland kwam en een gezin stichtte. Hij ging in een onderzeeër naar voormalig Nederlands Nieuw-Guinea: “een jonge zwarte man op een witte missie”. In de onderzeeër lachte men om zijn Surinaamse tongval en werd hij Sneeuwwitje genoemd. Hij kwam veranderd, koud en hard, terug. 

Toch gaat dit juist over duurzaamheid. De kinderen waren allemaal geboren in Nederland, en ze hoorden: “jij ruikt naar buitenland” of “kan jij ook Nederlands praten?”. Duurzaamheid omvat ook houdbare integratie, erbarmelijke omstandigheden in Ter Apel, slavernijverleden, groeiende (klimaat)vluchtelingenstromen. 

Romain Bischoff geeft aan dat Silbersee de komende jaren meer en meer de stem gaat laten horen van mensen die in onderdrukking leven. Echte stemmen uit waargebeurde, persoonlijke verhalen, zoals de brief van Emma Lesuis. Want duurzaamheid betekent elkaar omarmen.

Regenboog

De weg naar een klimaatpositief productiehuis in 2027 gaat dus niet alleen over klimaatpositief produceren maar ook over het sociale. Beide kanten komen in deze Stille Nacht samen bij het lichtontwerp (Jeroen Smith en Romain Bischoff), dat gelijk het decor vormt (dit past in het gedachtengoed van minder materialen gaan gebruiken). Hiervoor werden alle (niet-duurzame) lampen van het theater bewust niet gebruikt. De reguliere horizonbatterij maakte plaats voor zuinige LED-lampen, waarmee Niels Kingma interessante diepte-effecten teweegbrengt op het doek achter de spelers.

Een regenboog van licht schijnt over Bodil de la Parra en de muzikanten. Deze regenboog symboliseert allereerst hoop – en misschien ook wel die onbereikbare pot goud aan het einde, want zo voelen de duurzaamheidsambities soms. Ook is ze een teken van inclusie, symbool voor een samenleving die ook duurzaam is voor LHBTIQA+’ers. 

Tegelijkertijd vertegenwoordigt de regenboog praktischere overwegingen. Stella van Himbergen, manager duurzaamheid, geeft aan dat Silbersee vanaf 2024 definitief geen nieuwe materialen meer zal gebruiken, in het décor noch in de kostuums. Op weg daarnaartoe geldt: hergebruik waar mogelijk (of gebruik niets) en als dat niet lukt, produceer op zo’n manier dat het materiaal vervolgens wel herbruikbaar is. Probeer leveranciers te kiezen die het mogelijk maken om onderdelen van bijvoorbeeld apparatuur te vervangen of te repareren als ze stuk zijn. Zeker bij verhuur is dit een uitdaging, waardoor het zaak is om duurzame relatie met verhuurders op te bouwen, waarbij de verhuurder de ambities van Silbersee kent en deelt. 

Voor de regenboog zijn de houten constructie en het aanstuurkastje hergebruikt. De lampen werden voor de voorstelling ontwikkeld, en bestaan uit LED-strips die gemakkelijk los te halen zijn en zodoende opnieuw te gebruiken zijn. De zes strips, die gecombineerd letterlijk in alle kleuren van de regenboog schijnen, hebben samen een maximaal vermogen van 120W. Maar omdat tijdens de voorstelling niet alle strips maximaal aanstaan, gebruiken ze in werkelijkheid samen maar zo’n 30 Watt per meter. Met een totale lengte van 8 meter regenboogpaneel, is dit (vooral gezien het grote effect), echt een laag stroomverbruik. 

Hobbels

Bureau 8080 heeft voor Silbersee een nulmeting uitgevoerd, door de milieu-impact per bedrijfsactiviteit van één grote voorstelling te meten, op het gebied van CO2-uitstoot en grondstoffen. Hierbij werd telkens gekeken hoeveel invloed Silbersee heeft op de verduurzaming van de activiteit. Transport bleek de grootste stap te zijn. Dit betreft het vervoer van de spelers naar theaters en repetitieruimtes, maar vooral het transport van het decor. De uitstoot kan beperkt worden door groener te rijden, nog beter is het om zo min mogelijk te vervoeren – of, zoals bij deze Stille Nacht, zonder decor te werken.   

Maar verwacht geen Dogville (Lars von Trier). Op de vloer staat een verzameling muziekinstrumenten: een barokgitaar, Vihuela de mano, Indiaas harmonium, vijf-octaafs marimba, bastimbila, set Almglocken, elektrische gitaar, een handtrommel en een spleettrommel, een cymbal – die toch allemaal vervoerd moeten worden. 

Dit onderstreept meteen hobbels op de weg naar een klimaatpositief productiehuis. Jeroen Smith beschrijft een oude en een nieuwe manier van denken. Vroeger dacht men bij een goed artistiek idee: is dit het geld waard? In de nieuwe manier van denken komt daar een overweging bij: is dit de CO2-uitstoot waard? Bij iedere productie (dus ook bij deze Stille Nacht) wordt voortaan gekeken vanuit de R-ladder. Re-use: de muziekinstrumenten waren allemaal bestaande instrumenten. Refuse: weiger normaal niet-duurzaam “licht” te gebruiken maar alleen de eigen led-strip, die mee de weg op gaan. Rethink: kan het zonder instrumenten? Nee. Maar kan het met minder? Ja! Kunnen de muziekinstrumenten zelf het decor vormen? Zeker. Reduce: minder kilowattage, minder decor, minder instrumenten, minder vervoer. 

Stella van Himbergen geeft aan dat transport ook beperkt kan worden met een efficiënte tourlijst, met korte afstanden tussen de theaters. Een logische volgorde van speellocaties is wenselijk, want het kost voor iedereen veel tijd om bijvoorbeeld eerst naar Groningen te gaan en vervolgens naar Maastricht. Dit is echter een uitdaging, omdat het nog regelmatig voorkomt dat theaters bij hun eigen programmering vaak eerder beginnen met grote cabaretiers dan met, bijvoorbeeld, experimenteel theater.

Het subsidiesysteem speelt ook een rol. De gangbare eis is dat voorstellingen zo goed mogelijk worden verspreid over het land. Hierdoor duren de bezoeken maar één dag: opbouwen, de voorstelling zelf, afbouwen – en weg is het gezelschap weer. Dit is geen duurzame manier om een kunstwerk te tonen en verbanden aan te gaan, zegt Romain Bischoff. Hij stelt daarom voor dit idee-fixe los te laten, wat meerdere vliegen in één klap zou betekenen. Wanneer gezelschappen zich langer kunnen verbinden aan enkele steden, zouden allereerst minder kilometers gereden hoeven te worden. Daarnaast kan er een duurzaam contact opgebouwd worden met het publiek, door in de gemeenschap rondom het theater betere verbanden aan te gaan. Alleen door zo te gaan werken, snijdt het mes aan vele kanten en ontstaat er een duurzamer veld in de performance-kunsten. 

Te gast op deze planeet

Duurzaamheid voor elkaar krijgen in kunst: het kost meer tijd dan we gewend zijn uit het verleden. Nu Silbersee heeft voorgenomen uiterlijk in 2027 klimaatpositief te werk te gaan, moeten vrijwel alle stappen die altijd vanzelfsprekend waren, onder de loep genomen worden. Het hele creatieproces neemt zo meer tijd in beslag: het omdenken, het vinden van bestaande kostuums of recycle-materialen voor decors. 

Volgens Romain Bischoff zal er ander soort kunst van de grond komen als je niet meer, zoals vroeger, vrij kan denken, maar juist gelimiteerd wordt. Die beperking ziet hij als een plus. “Als je denkt aan de aarde en alles wat daarop leeft, kun je niet anders dan denken: Oké, ik moet mij gedragen als gast op deze planeet, ik ben maar een passant, die het voor mijn nakomelingen mooi moet achterlaten – want dat doet een beetje fatsoenlijke gast. Wanneer je deze attitude toepast bij het creëren van kunst, en wij als Silbersee met de stem (het mooiste instrument dat ons is geschonken sinds de geboorte), geeft dat een enorme energie en voelt het niet meer als ‘op slot’ staan. Hier gaan we ons aan vasthouden, en zo zal het ons uiteindelijk in 2027 zeker lukken om een geheel klimaatpositief productiehuis te zijn.”

En, nog belangrijker: dit betekent samen optrekken, andere theaters en productiehuizen meekrijgen. Stella van Himbergen beaamt dat er is kennisontwikkeling nodig is over hoe meer circulair en duurzamer te produceren; training en kennis voor alle disciplines en partners die verbonden zijn aan een productie. Alleen samen gaat dit lukken.

Daarom organiseert Silbersee debatten, in de hoop dat er op een gegeven moment grotere bewegingen op gang komen, ook bij de beleidsmakers en subsidieverstrekkers. Op 23 januari 2023 gaat Silbersee bijvoorbeeld, in samenwerking met ITA, in debat over klimaatpositief produceren en de financiering ervan.

De Stille Nacht van volgend jaar heet Requiem Voor De Onwerkelijkheid, een prachtig script van Toon Tellegen. Bij deze voorstelling komt het publiek zelf met decorstukken binnen, in elke stad ziet het decor er dus anders uit. De gemeenschap uit die buurt of regio deelt zo mee aan de scenografie, ze worden medekunstenaars van die voorstelling. Duurzaamheid is reciproque; we moeten op weg naar werken met wat geschonken is.

De ironie is dat we haast moeten maken voordat we de aarde hebben uitgeput, terwijl de nieuwe manier van denken juist tijd nodig heeft. Haast maken met geduld hebben dus. Alleen dan zal die pot aan het einde van de regenboog steeds dichterbij komen. 

Fotografie: Anne van Zantwijk - Stille Nacht am Silbersee (op de foto: Bodil de la Parra)

Naar een circulaire productie:
Casus - voorstelling Ravi de Robot

Heel Nederland verduurzaamt. Binnen de culturele sector lijkt duurzaamheid nog in de kinderschoenen te staan. Silbersee is ervan overtuigd dat de cultuursector een belangrijke bijdrage kan leveren aan duurzaamheid. Met een manifest legt Silbersee een blauwdruk neer voor nieuwe projecten richting 2027. Het jaar waarin het gezelschap een klimaatpositief productiehuis wil zijn dat negatieve effecten op milieu en grondstoffen weert. Ook circulariteit valt onder deze duurzaamheidsambities. Projecten worden circulair ontworpen, staat in het manifest. Maar hoe implementeer je dat in het artistieke productieproces?

Samenwerking met TU Twente
Ravi de Robot is een familievoorstelling van theatergroep Sonnevanck in samenwerking met Silbersee, die in oktober 2022 in première ging. Het verhaal draait om vriendschap, en de vraag of je vrienden kunt zijn met een robot. Voor de voorstelling was een expressieve robot nodig, die kan bewegen, praten en ook karakter heeft. En daarbij dus ook: een duurzame robot.

Voor deze uitdaging zocht Silbersee de samenwerking op met TU Twente. Dr. Ir. Edwin Dertien is onderzoeker en docent aan de Universiteit Twente binnen het programma Creative Technology. Hij ging aan de slag met de robot Ravi, die de hoofdrol zou gaan spelen. Ravi werd onderdeel van de activiteiten van het Robot Theater Lab, waar geëxperimenteerd wordt met nieuwe (sociale) technologie zoals robotica voor gebruik in performatieve kunst (theater, interactieve installaties).

Duurzame ontwerp- en materiaal keuzes
Voor Ravi zijn verschillende ontwerp- en materiaalkeuzes gemaakt, die de voorstelling duurzaam en circulair maken. We lichten er een paar uit. 

Ontwerpkeuze: duurzame materialen zorgen voor levensverlenging
Om circulaire producten te maken kunnen verschillende ontwerpkeuzes gemaakt worden. Met een keuze voor goede kwaliteit van onderdelen kan een lange levensduur worden gegarandeerd. Het skelet van Ravi is bijvoorbeeld gemaakt van speelgoed met de naam Infento. Dat heeft de maker gekozen vanwege de duurzame aspecten van het speelgoed. Dat kan steeds opnieuw gebruikt worden. Vóór Ravi is het ook al gebruikt, bijvoorbeeld in creatieve workshops voor kinderen en als een film-dolly. Dat onderdeel heeft dus al een paar levens gehad. Net als lego gaat ook hier op dat het materiaal zelf misschien niet de meest duurzame optie is, maar omdat het generaties meegaat, is het tóch een duurzame keuze.

Ontwerpkeuze: repareerbaarheid 

In de ontwerpfase kan – om circulariteit te bevorderen- rekening gehouden worden met het gemak van onderhoud en reparatie van een product. Hierdoor is een product minder snel aan vervanging toe. Ook dit principe is toegepast bij Ravi. De motoren waarmee Ravi’s nek, schouders en armen bewegen zijn dure (servo-)motoren. Het voordeel van deze motoren is dat er bij de leverancier of tweedehands volop onderdelen te vinden zijn. Gaat er iets kapot, dan zijn zijn gewrichten zo weer te maken. Zo wordt Ravi gerefurbished: hij wordt goed nagekeken, gerepareerd als dat nodig is en dan kan hij weer een paar rondes mee.

Hergebruik van materialen: Marktplaats 

Re-use, het maximaal hergebruik van producten en onderdelen, is ook een strategie die binnen een circulaire economie past. Ook daarvan is sprake bij Ravi. De Infento-onderdelen, zoals hiervoor besproken, zijn niet de enige materialen die hergebruikt worden. 

De stem van Ravi wordt ook tot stand gebracht door hergebruik.  De speakers die in de robot zitten heeft de maker bij elkaar gezocht via Marktplaats. Dat geeft uitdagingen, omdat het onzeker is of de gewenste onderdelen tweedehands beschikbaar zijn. In dit geval was er een extra uitdaging voor Ravi’s understudy. Van Dertien: “Net als menselijke acteurs met een hoofdrol heeft Ravi natuurlijk ook een reserve voor als hem iets overkomt. Hij is al eens hard op z’n snufferd gegaan, dus geen overbodige luxe. Die understudy moet er natuurlijk net zo uitzien als Ravi en net zo klinken als Ravi. Gelukkig vond ik exact dezelfde tweedehands speakers nog een keer”. 

Hergebruik van materialen: elektronica met upgrade

De elektronica in Ravi wordt al voor de derde keer in een theaterproject gebruikt. Voor Ravi is de elektronica geüpgraded. En daar stopt het niet. Na Ravi kunnen de draden en chips weer opnieuw worden gebruikt. Niet onbelangrijk als je bedenkt dat de leveringszekerheid van chips kleiner wordt, chips zijn niet zomaar meer te maken zijn.

Materialen uit reststomen

Een onderliggend principe van de circulaire economie is dat afvalproducten, zogenaamde reststromen, omgezet worden in waarde. Ook daarvan is een voorbeeld terug te vinden in Ravi. Zijn voeten zijn namelijk gemaakt van reststromen uit kapotte beeldschermen. De LCD-monitoren, die de maker daarvoor vond, worden in een werkplaats met dagbesteding voor mensen met autisme uit elkaar gehaald. De dikke glasplaat is de grondplaat van Ravi. Zijn wielen of voetrollers zijn gemaakt van kapotte hoverboards.

Duurzame materialen
Het enige nieuwe onderdeel van Ravi is zijn hoofd. Het geeft Ravi zijn kenmerkende uiterlijk en is niet makkelijk op te bouwen uit bestaande materialen, geeft maker Dertien aan. Wel is hier ook goed gekeken naar hoe de impact op het milieu zo klein mogelijk gehouden kan worden. Er is daarom gekozen voor PLA. Dat is een kunststof die uit maiszetmeel gewonnen wordt. Het materiaal is gemaakt van mais en dat vergaat na verloop van tijd. Wel is er discussie over dit materiaal. De mais die gebruikt wordt, wordt mogelijk door genetische manipulatie geteeld. En: mais is een voedingsproduct. Het gebruik ervan voor andere toepassingen kan de maïsprijzen verhogen. Bovendien neemt het gebruik van voedsel voor de productie van theateronderdelen ethische vragen met zich mee.

Hergebruik in en van het decor

Het duurzame decor dat door Morgana Machado Marques is ontworpen heeft veel bewegende elementen, die ook nog geluid maken. Zo is er een klok en ritselende planten. Ook daar is geprobeerd zo duurzaam mogelijke keuzes te maken. De ritselende planten bewegen door oude computer ventilatoren bijvoorbeeld. Bovendien zijn tal van tweedehands apparaten gebruikt. De klok heeft wel nieuwe motortjes en een 3D-geprinte wijzerplaat. Deze onderdelen zijn na afloop te hergebruiken in andere producties of buiten het theater.

Recycle: in Nederland
Naast ontwerpkeuzes en hergebruik van producten en materialen die anders weggegooid zouden worden, is het recyclen van materialen iets waarover nagedacht is. Sommige onderdelen kunnen uiteindelijk niet meer worden hergebruikt. Toch kan dan via recycling gekeken worden of er nog nieuwe producten van gemaakt worden. En wanneer dat niet kan, dat eventuele schadelijke stoffen niet zomaar de verbrandingsoven in gaan. Voor Ravi lag daar een uitdaging in de batterijen die gebruikt moeten worden om de robot te laten rondgaan over het podium. Dertien: “Zijn energie krijgt Ravi door loodaccu’s. Die zijn in Nederland te recyclen. Ze gaan iets minder lang mee dan nieuwe accu types. Maar Ravi is ook niet gemaakt om heel lang op te treden dus dat is geen probleem. Ook zijn de accu’s zwaarder dan nieuwe varianten. Maar dat is in dit geval eerder een voordeel; dan valt Ravi niet zo snel om”. Dat de accu’s in Nederland gerecycled worden is van belang, omdat wetgeving en controle hier ervoor zorgen dat dit zorgvuldig en zo duurzaam mogelijk gebeurt. Dit in tegenstelling tot batterijen die worden afgevoerd naar landen die niet voldoende mogelijkheden hebben om dit op een zo duurzaam mogelijke manier te doen.

Eigenaarschap bij de maker
Naast ontwerpkeuzes spelen ook businessmodellen een rol in een circulaire economie. Businessmodellen zijn wellicht geen vanzelfsprekend gespreksonderwerp binnen de culturele sector, maar als we het hebben over eigenaarschap worden de mogelijkheden duidelijk. Door producten als diensten te ontwerpen, blijft de producent eigenaar die er belang bij heeft dat het product of delen ervan hergebruikt worden.

Dat principe is ook toegepast bij Ravi. De robot wordt niet door theatergroep Sonnevanck gekocht, maar blijft eigendom van de maker, Edwin Dertien. Als een theatergroep de robot koopt, dan is de kans groot dat hij op een zolder of in een depot belandt. Want wanneer gaat een theatergroep weer een robot-voorstelling maken? De maker kan van Ravi weer onderdelen gebruiken om andere robots of decoronderdelen te maken. Dat hergebruik maakt de robot veel duurzamer.

Duurzame stappen en uitdagingen

Silbersee maakt met deze voorstelling een aanzienlijke stap richting circulariteit en duurzaamheid.

Bij het maken van Ravi de Robot is steeds een afweging gemaakt voor wat de meest duurzame, of best uitlegbaar duurzame oplossing is. Zo is er op component niveau aandacht besteed aan duurzaamheid  en bepalen ontwerpkeuzes hoe duurzaam Ravi de Robot is. Bijna niets is nieuw aan Ravi. Zijn skelet is al eens eerder gebruikt. Hij kan bewegen dankzij motoren die steeds weer gerepareerd kunnen worden. Zijn (aandoenlijke) hoofd is het enige nieuwe onderdeel. Maar ook hier koos de maker van Ravi voor een duurzaam hoofd van 3D-geprint materiaal van maiszetmeel. 

Uitdagingen en discussie
Er zijn ook nog uitdagingen. Zoals het vinden van de juiste materialen. Waar vind je tweedehands onderdelen, op het moment dat je ze nodig hebt en soms ook in tweevoud nodig hebt? Het aanbod is onzekerder dan van nieuwe producten. En waar vind je reststromen, zoals de monitoren die voor Ravi gebruikt zijn als grondplaat? Daarbij is over sommige materialen discussie te voeren over de duurzaamheid en roepen ethische vragen op, zoals loodaccu’s en het gebruik van voedsel voor theaterproducties.

Wanneer makers en theatergezelschappen meer kennis over materialen zouden uitwisselen, en ook materialen zelf zouden uitwisselen, wordt de kans mogelijk groter dat geschikt tweedehands, daadwerkelijk duurzaam materiaal en reststromen gevonden wordt. Dit zou pleiten voor het verkennen van een theateronderdelen-marktplaats, waar kennis en onderdelen worden uitgewisseld. 

Uitproberen en gesprek op gang helpen over duurzaamheid

Circulariteit is een belangrijk onderdeel van deze duurzaamheidsambities, maar uiteraard niet het enige aspect dat uitdagingen geeft. Alleen door in verschillende producties verschillende duurzaamheidsverbeteringen uit te proberen, te evalueren en bij te sturen, komen de ambities die in het manifest van Silbersee in 2027 binnen handbereik.

Een van de belangrijkste opbrengsten van het duurzame ontwerp van deze productie is dat het helpt om het gesprek over duurzaamheid in de culturele sector te voeren en anderen te inspireren. 

Maker Dertien: “Mensen zien vaak een schattig robotje en vragen zich af wat hij allemaal kan. De complexiteit en duurzame keuzes zie je niet zomaar. Daarover moet je in gesprek komen”. Met Ravi de Robot kan zo’n gesprek op gang gebracht worden over de vraag: hoe ga je nu om met duurzame keuzes in het theater? Op dit moment wordt er in theater nog vaak gekozen voor nieuw; een nieuw decor, nieuwe kostuums, nieuwe hardware etc. De vraag is of artistieke vrijheid altijd om nieuw vraagt. Wat als je het moet doen met materiaal dat er is? Dat geeft een ander soort creativiteit. Of dat type creativiteit wordt omarmd door alle betrokken in de keten, van decorbouwer en cateraar, tot subsidiënt en publiek zullen we de komende jaren ontdekken. 

Fotografie: Benning & Gladkova

Naar een duurzame productie:
Casus - Kaapdiegoeiekoop

Silbersee is ervan overtuigd dat de cultuursector een belangrijke bijdrage kan leveren aan duurzaamheid. Met een manifest legt Silbersee een blauwdruk neer voor nieuwe projecten richting 2027. Het jaar waarin het gezelschap een klimaatpositief productiehuis wil zijn dat negatieve effecten op milieu en grondstoffen weert. In het manifest staat onder andere: “Projecten worden klimaatpositief geproduceerd en gepresenteerd” en “Projecten hebben een onmiskenbare relatie met de omgeving waar het wordt uitgevoerd”.  

Deze uitgangspunten komen terug in de opera Kaapdiegoeiekoop, die in 2022 op het strand van Bergen aan Zee (tijdens Karavaan) en op Terschelling (tijdens Oerol) te beleven was. Een meeslepend verhaal over het einde van het tijdperk waarin de Westerse mens geloofde dat zij de planeet straffeloos kon plunderen en over het spanningsveld tussen gewin en moraal.

Impact van het verhaal zelf
Duurzaamheid zit in verschillende aspecten in deze productie. Een van die aspecten is de boodschap van de voostelling zelf. Doordat de voorstelling op het strand plaatsvond, kon het op een echt indrukwekkende manier worden overgebracht aan het publiek. Het publiek zag niet alleen, maar beleefde ook dat er een scheepsramp was geweest. Er lagen containers, olievaten en olie op het strand. Dat raakt mensen en laat ze nadenken. En dat werkt niet alleen zo bij het publiek. 

Jeroen Smith is technisch producent en lichtontwerper van de productie en ook hij werd geïnspireerd door het verhaal: “Kaapdiegoeiekoop gaat voor mij over het voortbestaan van deze planeet en hoe we ermee omgaan. Net als de kapitein in het verhaal ben ik 1,5 jaar geleden ook voor het eerst vader geworden. En dat doet iets met hoe je naar de wereld kijkt. Wat voor een wereld laten we achter?”.

Als het gaat om lichtontwerp voor deze voorstelling dan is de duurzaamheid daarvan ondergeschikt aan de impact die het verhaal zelf heeft, zegt Smith: “De boodschap heeft meer impact dan een paar ledlampen plaatsen in plaats van traditionele theaterlampen. Dat zal het gedrag van mensen niet zo veranderen. Bovendien moeten die ledlampen dan nog steeds vervoerd worden met busjes, wat weer niet duurzaam is natuurlijk”.

Duurzame keuzes en ambities
Er zijn verschillende duurzame keuzes gemaakt voor deze strandopera. Sommige klein en eenvoudig door te voeren en andere gaven grotere uitdagingen.

Geen nieuwe materialen
Voor het decor en de kostuums zijn duurzame keuzes gemaakt. Er was veel aandacht voor hergebruik. De kostuums waren veelal tweedehands. Ook is er vrijwel geen nieuw materiaal gebruikt voor het decor.  

Om hergebruik van geschikte materialen mogelijk te maken is samenwerking gezocht met Douwe Hibma. Als theatervormgever heeft hij een eigen loods en buitenruimte waar heel wat materialen zijn opgeslagen. Zo komen de zeecontainers uit de voorstelling van zijn terrein. Ze zijn eerst ‘traditioneel’ zeecontainer geweest en in een tweede leven een opslagplek of werkruimte. Daarna zouden ze als oud-ijzer gerecycled kunnen worden, maar bij dat proces komt de nodige energie en transport kijken. Hergebruik van de containers als decor voor Kaapdiegoeiekoop was daarom een duurzamere keuze.

Groene energie
De apparatuur die tijdens een productie gebruikt wordt, moet droog en warm gehouden worden. Daarvoor is elektriciteit nodig. Die werd in dit geval opgewekt door zonnepanelen. Met deze zonne-energie werd ook een batterij opgeladen, die ’s nachts ingezet kon worden. Normaal staat er in de nacht een (diesel)motor voor te loeien. Nu was het stil en er was geen uitstoot door gebruik van diesel. 

Afval-negatieve voorstelling
Een streven was dat Kaapdiegoeiekoop afval-negatief zou zijn. Het is alleen niet te garanderen dat er geen tape of tiewrap achtergelaten is op het strand. Dat soort onderdelen waaien weg, er waait zand over en ze zijn niet meer snel terug te vinden. Het bewustzijn van jonge technici die bijvoorbeeld deze tape en tiewraps moesten weghalen heeft nog extra aandacht nodig. Zij kunnen nog beter doordrongen zijn van het streven naar afval-negatief en de reden daarvan. Dan zou er minder op het strand belanden en meer in broekzakken, waarna ze op een goede manier afgevoerd kunnen worden. Ook was er voor het publiek geen mogelijkheid om afval te scheiden. Deze kleine aandachtspunten kunnen in het vervolg beter in de gaten worden gehouden.

Lokaal is ook duurzaam
Sommige duurzame keuzes hadden beter doordacht kunnen worden. Voor duurzaam  wc-papier is een koerier vanuit Duitsland ingeschakeld. Uiteindelijk waren er veel dozen met nat geworden wc-papier die weggegooid moesten worden. De intenties waren goed en duurzaam, maar beter was er gekozen voor een lokale oplossing.

Grootste uitdagingen

Naast het bewustzijn van alle betrokkenen stimuleren en aandacht besteden aan kleine verbeterpunten, zijn er nog meer prominente leerpunten en uitdagingen.

Transport als uitdaging
In Nederland geldt een reisplicht voor voorstellingen; ze moeten het land in. Dat maakt het lastig om de sector echt groen te maken. Transport is een grote uitdaging voor producties die CO2-uitstoot willen verminderen. Er is vaak veel apparatuur en er zijn meestal grote decorstukken, die allemaal vervoerd worden. 

Zware decorstukken
Het spelen op stranden gaf een extra logistieke uitdaging. Er zijn zware decorstukken, zoals zeecontainers die over de weg vervoerd moesten worden. Het namaken van containers van bijvoorbeeld lichtgewicht triplex zou een oplossing kunnen zijn voor het zware transport, maar daarna is het niet meer te recyclen. Daarom viel dat als optie af.

Vervuilende diesel

Met trekkers moesten ze het strand op gereden worden. Deze trekkers reden op diesel. Daar had achteraf gezien beter (duurzamer) gebruik gemaakt kunnen worden van diesel van “Hydrotreated Vegetable Oil” (HVO). Dat type diesel gebruikt Hibma al wel voor het vervoer over de weg. Het is duurder, maar zorgt voor een uitstootreductie tot wel 90%. Wat dat betreft is het nog niet het schoolvoorbeeld van de duurzaamheidsambities bij Silbersee. 

Hoe opschalen?
Opschalen naar veel duurzame producties is nog een uitdaging. Hibma kan grote duurzame producties aan, mede vanwege zijn grote opslag en uitgebreid netwerk met duurzame partijen, zoals een zagerij, duurzame bouwers en slopers en een ‘eigen grondstoffenlijntje”. Maar als eenpitter kan hij geen tientallen producties tegelijk draaien. In loondienst is het lastig te realiseren, omdat het arbeidsintensief en daarmee al snel erg duur wordt.

Andersom redeneren
Door de grote opslag bij Hibma kunnen theatergezelschappen inspiratie opdoen. Zij kunnen bekijken wat er ligt en hoe dat materiaal past bij de beoogde productie. Dat is een andere manier van het benaderen van een productie. Niet iets nieuws ontwerpen en maken dat bij de voorstelling past, maar het materiaal dat er is als uitgangspunt nemen. Het scheepsanker had Hibma al tijden liggen en ook de stalen schijf die als gong diende in Kaapdiegoeiekoop lag al zo’n 15 jaar te wachten op deze toepassing. Er zijn niet veel plekken waar dat kan.

Artistieke concessies ten gunste van duurzaamheid
Er heerste lange tijd de opvatting dat kunst altijd autonoom moet blijven en als dat inhoudt dat je materialen of energie verspilt, dan moet dat kunnen. De tijden veranderen wel, maar nog steeds is de culturele sector niet heel duurzaam. 

Silbersee onderscheidt zich volgens ervaren technisch producent en lichtontwerper Smith van andere gezelschappen als het gaat om duurzaamheid. “Er is wel steeds meer aandacht voor duurzaamheid, maar ik ken geen enkele artistiek leider die heeft aangegeven dat hij bereid is concessies te doen op artistiek vlak ten gunste van duurzaamheid. Dat vind ik heel bijzonder! Dat zie ik bij andere gezelschappen waarvoor ik werk nog niet. Duurzaamheid wordt zo bij Silbersee een kader, een leidraad voor producties. Dat geeft ook heel veel uitdagingen. Nog veel meer dan financiële kaders.  Je maakt het jezelf moeilijk”.

Bewustzijn heeft tijd nodig
Het bewustzijn van duurzaamheid en de keuzes die daarbij horen, en de duurzaamheidsambities moeten bij alle betrokkenen leven. Iedereen, van producenten, decorbouwers en technici tot regisseurs, acteurs en zangers, moet er van doordrongen zijn om grote en kleine duurzaamheidswinsten te behalen. Iedereen meekrijgen in de duurzaamheidsambities heeft nog tijd nodig. Dat de technici niet meer per se met een busje vanuit hun huis vertrekken, omdat dat wel zo gemakkelijk is. Dat de artiesten niet per se hoeven te repeteren in een ruimte van 21 graden, maar dat dat ook kan bij 19 graden bijvoorbeeld. Dat vergt offers en dat kun je niet van vandaag op morgen verwachten. Maar er zijn nog voldoende mogelijkheden te ontdekken.

Fotografie: Bowie Verschuuren